SV | En Ismael voerde het ganse overblijfsel des volks, dat te Mizpa was, gevankelijk, [te weten] des konings dochteren, en al het volk, die te Mizpa waren overgelaten, die Nebuzaradan, de overste der trawanten, aan Gedalia, den zoon van Ahikam, bevolen had; Ismael dan, den zoon van Nethanja, voerde ze gevankelijk weg, en toog henen, om over te gaan tot de kinderen Ammons. |
WLC | וַיִּ֣שְׁבְּ ׀ יִ֠שְׁמָעֵאל אֶת־כָּל־שְׁאֵרִ֨ית הָעָ֜ם אֲשֶׁ֣ר בַּמִּצְפָּ֗ה אֶת־בְּנֹ֤ות הַמֶּ֙לֶךְ֙ וְאֶת־כָּל־הָעָם֙ הַנִּשְׁאָרִ֣ים בַּמִּצְפָּ֔ה אֲשֶׁ֣ר הִפְקִ֗יד נְבֽוּזַרְאֲדָן֙ רַב־טַבָּחִ֔ים אֶת־גְּדַלְיָ֖הוּ בֶּן־אֲחִיקָ֑ם וַיִּשְׁבֵּם֙ יִשְׁמָעֵ֣אל בֶּן־נְתַנְיָ֔ה וַיֵּ֕לֶךְ לַעֲבֹ֖ר אֶל־בְּנֵ֥י עַמֹּֽון׃ ס |
Trans. | wayyišəbə yišəmā‘ē’l ’eṯ-kāl-šə’ērîṯ hā‘ām ’ăšer bammiṣəpâ ’eṯ-bənwōṯ hammeleḵə wə’eṯ-kāl-hā‘ām hannišə’ārîm bammiṣəpâ ’ăšer hifəqîḏ nəḇûzarə’ăḏān raḇ-ṭabāḥîm ’eṯ-gəḏaləyâû ben-’ăḥîqām wayyišəbēm yišəmā‘ē’l ben-nəṯanəyâ wayyēleḵə la‘ăḇōr ’el-bənê ‘ammwōn: |
En Ismael voerde het ganse overblijfsel des volks, dat te Mizpa was, gevankelijk, [te weten] des konings dochteren, en al het volk, die te Mizpa waren overgelaten, die Nebuzaradan, de overste der trawanten, aan Gedalia, den zoon van Ahikam, bevolen had; Ismael dan, den zoon van Nethanja, voerde ze gevankelijk weg, en toog henen, om over te gaan tot de kinderen Ammons.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Ismael voerde het ganse overblijfsel des volks, dat te Mizpa was, gevankelijk, [te weten] des konings dochteren, en al het volk, die te Mizpa waren overgelaten, die Nebuzaradan, de overste der trawanten, aan Gedalia, den zoon van Ahikam, bevolen had; Ismael dan, den zoon van Nethanja, voerde ze gevankelijk weg, en toog henen, om over te gaan tot de kinderen Ammons.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!